Stedenontmoeting

In de studentenmond: een SO

Omdat studenten vaak geen tijd of geld hebben een eigen paard te onderhouden, en dus niet mee kunnen doen aan officiële KNHS wedstrijden, biedt de KNHS-VNS deze studenten de kans mee te doen aan nationale wedstrijden: Stedenontmoetingen (afkorting: SO). Voor studentenwedstrijden heb je namelijk geen eigen paard nodig om mee te kunnen doen, omdat de paarden geregeld worden door de organisatie van de betreffende SO.

De Stedentonmoetingen worden gereden volgens een unieke eigen formule: het knock-out systeem. Hierbij rijden twee of drie ruiters beurtelings op hetzelfde paard, waarbij degene die met dit paard de beste prestatie levert, doorgaat naar de volgende ronde. Het gaat dus om de beste ruiter, in tegenstelling tot de reguliere wedstrijdsport waar het om de beste combinatie gaat. Door loting wordt de combinatie van paard en ruiter bepaald en in iedere ronde zijn nieuwe paarden aanwezig. Lees hier meer over dit unieke knock-out systeem der KNHS-VNS Nationaal.

Stedenontmoetingen worden dóór studentenruiters vóór studentenruiters georganiseerd op verschillende locaties in Nederland. Stedenontmoetingen duren een geheel weekend, waarin gereden wordt in verschillende disciplines. De SO’s zijn uitermate geschikt om contacten te leggen met studentenruiters uit het hele land, tijdens de gezellige feesten en borrels waarmee het sportieve gedeelte wordt afgewisseld.

Door mee te doen aan stedenontmoetingen kan een nationale studentenruiter zich tevens kwalificeren voor het jaarlijkse Vereniging Nederlandse Studentenruiters Kampioenschap (VNSK), het kampioenschap voor nationale studentenruiters.


Rubrieken

Tijdens een wedstrijd worden er verschillende rubrieken in de dressuur en het springen verreden. Hierdoor biedt de KNHS-VNS iedere nationale studentenruiter, beginner of gevorderd, de kans om mee te doen aan nationale wedstrijden, zogenoemde Stedenontmoetingen. Hierdoor is het heel leuk om actief verder te gaan in het wedstrijd rijden of juist om hiermee te beginnen, want bij de KNHS-VNS kan dit allemaal zonder eigen paard. Hieronder worden de verschillende rubrieken verder uitgelegd. De KNHS-VNS hanteert verschillende rubrieken tijdens wedstrijden. 

Dressuur

Ba dressuur: Deze rubriek is bedoeld voor ruiters die nog nooit officiële wedstrijden hebben gereden en geen tot weinig ervaring hebben. In de voorronde en halve finale wordt een KNHS Bb-proef gereden en in de finale wordt een andere KNHS B-proef gereden. 

Bb dressuur: Deze rubriek is bedoeld voor de wat meer ervaren ruiters en welke ook al eens zijn gestart op wedstrijden. In deze klasse wordt een KNHS B-proef gereden in de voorronde en halve finale en wordt er in de finale een KNHS L1-proef gereden.

La dressuur: Deze rubriek is bedoeld voor de ervaren ruiters. In de voorronde en halve finale wordt er een KNHS L1-proef gereden, in de finale een KNHS L2-proef. 

Lb dressuur: Deze rubriek is ook bedoeld voor de ervaren ruiters. In de voorronde en halve finale wordt er een KNHS L2-proef gereden, in de finale een KNHS M1-proef. 

M dressuur: Deze rubriek is bedoeld voor de vergevorderde ruiters. In de voorronde en halve finale wordt er een KNHS M1-proef gereden, in de finale een KNHS M2-proef. 

Springen

Bij het springen gelden er speciale regels om de veiligheid van de ruiters en paarden te waarborgen. 

B springen: Een nationale studentenruiter mag pas aan de rubriek B-springen deelnemen wanneer deze de basisvaardigheden onder de knie heeft. Dit betekent dat de ruiter minstens een keer tijdens een SO bij de beste drie geëindigd moet zijn in de Bb-dressuur of door de eerste ronde gekomen zijn in de La-dressuur. Het niveau van de rubriek B-springen is lager dan van het B-springen in een KNHS-wedstrijd. De hindernissen staan in de voorronde tussen de 40 en 60cm, in de halve finale maximaal 75 cm en in de finale maximaal 80 cm. Er wordt op stijl gereden. 

L springen: Een nationale studentenruiter mag alleen aan L-springen meedoen als deze minimaal een winstpunt heeft behaald in het springen bij de KNHS, tweemaal als beste of minimaal driemaal en maximaal vijfmaal in de top drie in het B springen is geëindigd tijdens een SO. De hindernissen staan in de voorronde op maximaal 90 cm en loopt op tot maximaal 1.10 m in de finale, die tevens als enige op tijd verreden wordt.


Het knock-outsysteem

Het knock-outsysteem dat de KNHS-VNS hanteert op nationale wedstrijden is uniek voor de paardensport in Nederland. De reguliere wedstrijdsport kenmerkt zich door vaste combinaties, die uren samen trainen en waar dus jaren aan voorbereiding aan vooraf gaat. Door het ontbreken van eigen paarden, is het niet mogelijk voor studentenruiters om op dezelfde manier beoordeeld te worden. Het knock-outsysteem is gebaseerd op het vinden van de beste ruiter. Twee of drie ruiters rijden beurtelings op hetzelfde paard, waarbij degene die met dit paard de beste prestatie levert, doorgaat naar de volgende ronde. In tegenstelling tot reguliere wedstrijden, waarbij het gaat om de beste combinatie, gaat het dus om de beste ruiter. Door loting wordt de combinatie van paard en ruiter bepaald en in ieder ronde zijn er nieuwe paarden aanwezig.

Het unieke is dus dat een studentenruiter en paard maar circa 20 minuten een combinatie vormen voor de wedstrijd. En bij het springen is deze tijd zelfs nog korter! In de reglementen wordt het knock-outsysteem gedetailleerd uitgelegd. 


Promoveren, degraderen & prijzen

Nationale studentenruiters kunnen naar wens altijd een rubriek hoger gaan rijden. Degradatie kan worden aangevraagd wanneer men tweemaal als laatste is geëindigd in de betreffende rubriek en men nog niet eerder is gedegradeerd. In de wedstrijdreglementen van de KNHS-VNS zijn de eisen over startgerechtigdheid opgenomen. Bij twijfel beoordeelt de commissaris nationaal in overleg met het Dagelijks Bestuur Nationaal. Deelnemers moeten een rubriek hoger gaan starten wanneer hij of zij twee keer eerste is geworden of minimaal driemaal en maximaal vijfmaal bij de top 3 is geëindigd. Wanneer men op het VNSK heeft gereden, moet de ruiter die eerste is geëindigd door naar de volgende rubriek. De ruiters die tweede en derde zijn geëindigd mogen door. Al deze regels rondom de rubrieken en het starten zijn te lezen in het Algemeen Wedstrijd reglement en het Aanvullend wedstrijdreglement Stedenontmoeting. Naast individuele prijzen is er op elk SO ook een prijs voor beste equipe. Een equipe bestaat uit minimaal drie ruiters van dezelfde studentenruitervereniging. De behaalde resultaten in het weekend worden verwerkt in een klassement en de equipe met het beste resultaat wint. Hierbij wordt gekeken naar de hoeveelheid plaatsingspunten de desbetreffende ruiter van de vereniging had kunnen behalen en hoeveel er uiteindelijk in het eindklassement zijn behaald. Aan de hand hiervan wordt gekeken naar het beste resultaat.